Plyus leeuwgeel - beschrijving, waar het groeit, de toxiciteit van de schimmel

Plyus is gerangschikt onder de Plyutev-familie, er zijn nogal wat afgevaardigden, maar vandaag zullen we naar het leeuwengeel kijken. Groei wordt uitgevoerd op zieke of rotte bomen. De spreiding is breed, dus het vinden van de volgende felgele bewoner is niet moeilijk in de bosgordel. Ondanks het enorme gebied van groei en indrukwekkende externe gegevens hebben liefhebbers van rustige jacht echter geen haast om deze fruitlichamen in hun mand te gooien. In het materiaal van vandaag zullen we alles bestuderen dat deze soort beïnvloedt.

beschrijving

1. De punt van zijn diameter varieert van 6 cm. Aanvankelijk lijkt het formaat op een bel, maar wordt dan plat met een vloeiende uitstulping. De hoed is vrij dun en hangt rond de randen. Ze is mat met wat fluweelzacht. Maar het kan worden gladgemaakt en glanzend, uiteindelijk hangt het allemaal af van de klimatologische omstandigheden, het groeigebied en de weersomstandigheden op een bepaald moment.
2. De hoed is geel gepigmenteerd met wat bruine vlekken, hoewel niet altijd. Vaak kun je heldere honing vertegenwoordigers vinden met een overheersende gele kleur. In het centrale deel is er een heuvel, die een gaasachtig patroon heeft. De randen zijn geribbeld, gestreept. De borden zijn vrij uitgebreid, dicht bij elkaar, vrij naar beneden hangend. Ze zijn gekleurd met geel-wit en worden op oudere leeftijd roze.
3. De basis is dun en lang en strekt zich uit tot een hoogte van 9 cm met een dikte van ongeveer 5 mm. Formaat als cilinder. Een uitzetting wordt opgemerkt in het onderste gedeelte, dichter bij de grond. Het been zelf is gebogen, maar het kan even en gedraaid zijn. Er zijn vezels op de basis, kleur geel of zo. Bruine tinten of duisternis kunnen worden opgemerkt. Het zachte deel is verdicht en witachtig, het ruikt lekker, de smaak is zwak. Sporen van roze pigment.
4. Het is logisch om de gepresenteerde exemplaren aan te raken en te gebruiken. Ondanks het feit dat dit fruitlichaam als eetbaar wordt beschouwd, is de smaak niet te onderscheiden, de paddestoel zelf is van slechte kwaliteit. Voor consumptie en verder koken, wordt er een digestie van 15 minuten uitgevoerd, daarna kun je draaien, eerste / tweede gangen, etc.Paddenstoel geschikt voor drogen en zouten.

verspreiding

1. Er is al gezegd dat deze vertegenwoordigers van de paddenstoelenfamilie in lariksen leven. Ze willen graag worden gevestigd naast beuken, eiken, berken, esp. Het is zeer zeldzaam dat champignonkippers vergelijkbare fruitlichamen vinden in de naaldstrook.
2. Door zijn natuurlijke kenmerken is het gereduceerde vruchtlichaam een ​​saprofiet. Simpel gezegd, staat de voorkeur om te worden gevestigd op stervende bomen, rottende schors, stronken. Er zijn ook paddenstoelen op de wortels, die dichter bij de grond zitten. Het is uiterst zeldzaam om zich te vestigen op een levende boom, maar dit is waarschijnlijk.

Noble plute

1. Dergelijke fruitlichamen behoren tot de groep van oneetbare schimmels. Wat de vruchtperiode betreft, worden de exemplaren in het midden van de zomer tot halverwege de herfst in bossen aangetroffen. Een nobele sputum kan een witte dop zien.
2. In zeldzame gevallen is het grijs of lichtgeel gekleurd. De randen zijn naar beneden en tegelijkertijd zijn ze glad. Been heeft een lichte kleur. Bovendien kan het in sommige vruchtlichamen een bruinachtige laag hebben.
3. Zo'n paddestoel is te vinden in de bossen van de Russische Federatie. Zoals eerder vermeld, is de dop van dergelijke exemplaren bruin of grijsachtig gekleurd. Bovendien, in meer volwassen champignons, beginnen de randen naar boven te puilen.
4. Beenspecimens glanzend en geverfd in een lichte kleur. Wat de records betreft, deze bevinden zich niet dicht bij elkaar. Ze zijn grijs van kleur. De paddestoel heeft een tweeling die een schilferachtig spit wordt genoemd. De laatste maat is echter kleiner. Schalen worden veel sterker uitgedrukt.

White plute

1. Zo'n vruchtlichaam heeft een poot van maximaal 12 cm hoog, terwijl de dikte ervan niet groter mag zijn dan 2 cm. Binnen is het niet hol, er zijn vezels en pulp. De kleur is volledig wit. Het been heeft een dichte structuur.
2. De dop van dergelijke exemplaren in diameter groeit tot 13 cm en is tegelijkertijd door zijn structuur enigszins vlezig en broos. In jonge vruchtlichamen heeft de dop de vorm van een halve bol. Naarmate het ouder wordt, ontvouwt het zich geleidelijk.
3. De structuur van de dop is vezelachtig en voelt zijdeachtig aan. De kleur is wit, er zijn kleine schubben op het oppervlak. Jonge champignons hebben onregelmatige witte borden. Wat het vruchtvlees betreft, het is zacht en witachtig.Als je het fruit snijdt, verandert de kleur niet. De geur is bijna afwezig.

Vruchtenlichamen zijn geschikt voor voedsel, maar vergeet niet dat deze paddestoelen niet bekend staan ​​om hun hoge smaak. Let er bij het verzamelen van gegevensspecimen op dat u ze niet verwart met gelijksoortige soorten en dubbele exemplaren.

Video: leeuwengeel (Pluteus leoninus)